Abstract: | In juli 1993 deed de auteur onderzoek naar armoede in Accra, de hoofdstad van Ghana. Doel van het onderzoek was het verband tussen stedelijke armoede en de economische activiteiten van leden van huishoudens op te sporen. De gedachte was dat arme gezinnen vaak met marginale economische activiteiten bezig zijn en daarom hun economische positie niet kunnen verbeteren. Het onderzoeksteam sprak in drie weken met vijftig huishoudens in drie wijken, een oude wijk in het centrum (Jamestown), een vrij centraal gelegen krottenwijk (Mamobi) en een perifere wijk (Abeka). De Wereldbank, die het onderzoek financierde, ging er vanuit dat er geen stedelijke armoede meer is. Op grond van een kwalitatieve analyse, waarbij de perceptie van armoede door de armen zelf een belangrijke rol speelt, komt de auteur tot de conclusie dat veel huishoudens arm zijn en dat deze huishoudens heel verschillende strategieën gebruiken om te overleven, met name in de informele sector. In dit artikel geeft de auteur subjectieve impressies van zijn onderzoek. |